Marielle Biever Hoefsmederij

 
 

Hoefverzorging

Uitkrabben

Het is het beste als je elke dag even controleert of er geen steentjes in de hoeven van je paard zitten. Even voorzichtig uitkrabben en/of uitborstelen dus. Het uitkrabben is ook van belang bij jonge paarden zodat ze braaf voetjes leren geven en makkelijk worden in de omgang.

Dit zal de smid zeker waarderen!





Vetten en teren

Je hoeft nooit iets op de hoeven van je paard te smeren, tenzij er iets aan de hand is. Vetten heeft meestal geen nut. Er zijn tegenwoordig tal van producten op de markt voor de hoeven van je paard, maar de goedkoopste en beste oplossing voor uitgedroogde hoeven is, buiten water natuurlijk, een mengsel van azijn en zonnebloemolie (1 op 2). Dit maakt het hoorn lekker soepel!

Zorg verder voor een schone stal zodat urine en mest het hoorn niet aan kunnen tasten, en dat de hoeven regelmatig nat kunnen worden. Vroeger (en tegenwoordig nog wel eens) werd Stockholmer bruine hoefteer gebruikt om rotstraal tegen te gaan. Tegenwoordig zijn er andere producten op de markt die daarvoor bedoeld zijn.

Let op: Teer of vet de hoeven nooit net voordat de hoefsmid komt; al het gereedschap wordt dan gelijk glad en plakkerig!




Bekappen

Wanneer het paard moet worden bekapt hangt af van de stand, groei en hoefconditie van het paard. Het ene paard moet elke vijf weken gebeuren, het andere paard elke acht weken of langer. De hoefsmid kijkt hier nauwkeurig naar en adviseert meestal om gelijk een afspraak voor de volgende keer te maken, zodat hij/zij goed in de gaten kan houden om de hoeveel tijd het paard moet gebeuren.

Te lang wachten is nooit goed; het paard kan problemen krijgen als de hoeven te lang worden (door de stand verandering) en de hoeven kunnen lelijk gaan scheuren en brokkelen.





Beslaan

Vroeger waren de paarden een met de natuur, tegenwoordig is dat niet meer zo. De mens heeft het paard 'gedomesticeerd' en dus moet de mens soms ingrijpen, omdat het paard door zijn toedoen iets onnatuurlijks (zoals hoefijzers) nodig heeft. 'Ons' paard is van een wild dier veranderd in een topatleet/werkdier en we zullen zijn hoeven dusdanig moeten beschermen tegen invloeden van buitenaf.

Of dat nu is met regelmatig bekappen in combinatie met een goede hoefverzorging of op een bepaald hoefbeslag, dit verschilt per paard. Gekeken wordt er naar het type paard, de beenstand, zijn leefomstandigheden, het gebruik van het paard en nog vele andere factoren voor er in overleg bepaald wordt wat er gaat gebeuren. Meer informatie over diversen soorten hoefbeslag vind je bij het onderwerp "hoefbescherming".





De Hoef


De hoef bestaat uit de hoornschoen (nagel, een soort bakje van 1 cm. dik) die aan de buitenkant te zien is. Daar binnenin zitten de beenderen, pezen, banden, zenuwen en bloedvaten (het 'leven'). Een impressie van de ondervoet en de benamingen van de hoornschoen:


De kroonrand:

In de kroonrand wordt hoorn aangemaakt; de wand.

De wand:

De wand is de buitenrand van de voet en biedt bescherming en stevigheid.

De witte lijn:

De verbinding tussen de wand en de zool.

De steunsels:

De steunsels hebben een belangrijke functie bij het 'hoefmechanisme' en zorgen voor stevigheid achter in de hoef.

De straal:

De straal is zeker ook van belang bij het 'hoefmechanisme' en is tevens een schokdemper.

De zool:

De zool beschermt de belangrijke structuren in de hoef.



Goed te zien zijn de voedingskanalen (de kleine gaatjes). Aan de achter-bovenzijde van een hoefbeen bevinden zich hoefkraakbeenderen, die bij dit hoefbeen nogal verbeend zijn. Dit kan komen door een vermindering van de doorbloeding.






De ondervoet van een paard, van voren gezien. V.l.n.r.: hoefbeen, straalbeen, kroonbeen, kootbeen, pijpbeen.

Vergelijkbaar zijn de vingerkootjes van de mens, het pijpbeen is dan een middenhandsbeentje. Daarboven komt normaalgesproken de pols (oftewel carpus, 'voorknie' in de volksmond), onderarm (spaakbeen en ellepijp), elleboog, opperarm en schouderblad. Aan de achterkant van de ondervoet (hier niet te zien) zitten ter hoogte van de kogel (tussen koot-en pijpbeen in) de twee sesambeentjes, en achterop het pijpbeen twee griffelbeentjes.





Hoefbescherming

Door de jaren heen is er veel veranderd in de paardenhouderij. Vooral als het om de hoeven van het paard gaat. Er zijn, behalve het traditionele hoefijzer, allerlei soorten van hoefbescherming ontwikkeld om paard en ruiter te dienen. Graag wil ik dit onderwerp behandelen zodat de paardeneigenaar een weloverwogen keuze kan maken voor de hoeven van zijn/haar paard.

Eerst een stukje geschiedenis:

De oudste vorm van metalen hoefbescherming werd geïntroduceerd door de Romeinen, genaamd de Hipposandaal. Dit was een metalen plaat met opstaande randen en ringen, waardoor plantenvezelen of lederen riemen gestoken werden om de sandaal te bevestigen aan de paardenhoef. Een soort kruising tussen een hoefijzer en een hoefschoen dus!

De Kelten kwamen minstens 2000 jaar geleden op het idee om een hoefijzer onder een paardenhoef te nagelen. In de tijd van de Kelten werden de paarden dermate intensief gebruikt dat ze hoefbescherming nodig hadden. Hun hoefijzer lijkt erg op het ijzer dat we nu gebruiken, behalve dat de onderzijde van het ijzer niet vlak was en ronde nagelgaten had.

De Romeinen namen dit hoefijzer later over en verbeterden het. Het ijzer kreeg een lip, werd vlak en kreeg vierkante nagelgaten voor de hoefnagels.

In de 19e en 20ste eeuw werd het hoefijzer nog verder ontwikkeld, tot wat het nu is. In deze tijd werden paarden voor allerlei doeleinden gebruikt; in het leger, de landbouw en voor transport.

Van 1945 tot 1960 was er een snelle afname van de aantal paarden door de motorisatie in het transport en in de landbouw. Maar na die tijd herleefde de belangstelling voor het paard weer door de toenemende welvaart. Zo werd het paard steeds meer voor de sport en recreatie gebruikt. Er was een tekort aan hoefsmeden, maar vanaf 1970 werd het vak weer populairder.

En dan nu...

Tegenwoordig zijn er vele soorten hoefijzers. Voor elke tak van de paardensport is er wel een ijzer te vinden. Voor elk paard een passende schoen. Als paardeneigenaar is het je plicht om de hoeven van je paard goed te laten behandelen door een professioneel en goed opgeleid persoon, die elk paard ziet als individu.

Wat zijn dan de factoren die bepalen welke hoefverzorging of hoefbeslag je paard nodig heeft?

De manier waarop het paard gehouden wordt.

Staat het paard veel op stal, loopt hij een aantal uren per dag los of loopt hij constant los? Deze vragen zijn belangrijk om te bepalen of het paard voldoende doorbloeding door de benen krijgt, wat weer belangrijk is voor de hoornkwaliteit.

Het type paard.

Wat past bij het ras? Hoe is de beenstand? Koudbloeden hebben heel andere hoeven dan warmbloeden. Hoe is het paard verder gebouwd?

De bodem waarop het paard leeft.

Wat voor strooisel ligt er in de stal? Of staat het paard 24/7 op het land? Of leeft het paard voornamelijk op een betonnen uitloop? Vaak passen onbeslagen hoeven zich prima aan op de ondergrond waarop ze de meeste tijd van de dag doorbrengen. Als het paard 24/7 in een zompig weiland leeft, kan je niet verwachten dat het zonder bescherming veel op het asfalt gebruikt kan worden.

Het gebruik van het paard.

Waarvoor wordt het paard gebruikt? Wordt het paard in een bepaalde tak van paardensport uitgebracht of op een recreatieve manier? Op welke ondergrond werkt het paard? Dressuur in de bak, presteren op de drafbaan, buitenritten in het bos, endurance over verharde wegen of springen op gras? Komt het paard vaak op harde ondergrond?

Afwijkingen.

Zijn er afwijkingen te zien aan de beweging van het paard, zodat de hoeven verkeerd afslijten? Heeft het paard een grote of een kleine afwijking? Heeft het paard een ander probleem waardoor de beweging veroorzaakt wordt dan de stand?

Heeft het paard een hoefziekte waarvoor het behandeld wordt? Wat voor ziekte is het, en heeft het paard er hoefbescherming voor nodig?


De voor- en nadelen van hoefbeslag:

Veel hoefsmeden zeggen: "Hoefijzers zijn een noodzakelijk kwaad". Waarom zeggen ze dat?

Voordelen:

  • De bescherming van de hoef tegen schadelijke invloeden van buitenaf.
  • Het corrigeren bij jonge paarden, en de stand behouden voor volwassen paarden.
  • Om kreupelheden en andere hoefproblemen te overbruggen.
  • Om grip en bescherming te geven tijdens de verschillende disciplines van de paardensport.

Nadelen:

  • Hoefbeslag vermindert altijd het hoefmechanisme. De hoef krijgt in veel gevallen ook te weinig stimulatie op de straal, zodat deze verkleint en de natuurlijke schokbreker vermindert.
  • Hoefnagels beschadigen de hoefwand en witte lijn.
  • Hoefijzers zijn glad: beslagen paarden glijden sneller uit.

  • Opties...

    Er zijn een aantal opties om de hoef te beschermen anders dan met 'gewone' ijzers. Alles heeft zijn voor- en nadelen. De hoef van een paard is afgeleid van zijn leefomstandigheden, zoals die eerder benoemd zijn. Het benodigde hoefonderhoud van een paard is een combinatie van de leefomstandigheden van het paard en de eisen van de ruiter.


    Kunststof hoefbeslag:

    Voordelen: Schokdempend, het gaat even lang mee als ijzer en het beschermt de hoef. Nadelen: Lastiger om een hoefsmid te vinden die het doet, de vorm is moeilijker aan te passen aan de hoef, toch nog nagels in de witte lijn en hoefwand (mocht dit de reden zijn om geen hoefijzers te kiezen).

    Kunststof of aluminium plakbeslag:

    Voordelen: De hoef wordt niet beschadigd, wordt beschermd en het zit zo'n 6/7 weken. Nadelen: Het is vreselijk duur. Ook weer; niet alle smeden gebruiken dit. De hele hoef zit aan het kunststof of aluminium vastgeplakt en kan niet makkelijk 'ademen'.


    Hoefschoenen:

    Voordelen: beschermt de hoef, paard hoeft ze aleen aan als je met hem over harde ondergrond gaat rijden. Nadelen: iedere keer aan- en uittrekken, past niet altijd even goed (draaien, schuurplekken), de hoef moet zeer regelmatig bekapt worden zodat de schoenen niet 'te klein' worden en belemmert het hoefmechanisme iets.

    Andere soorten beslag dan standaard beslag:

    Denk aan bijv. Equilibrium, Hoofcare Breakover beslag, Natural Balance beslag etc.. Voordelen: Zorgt voor een snellere afrol van de voet. Nadelen: Dezelfde nadelen die alle hoefijzers hebben.

    Orthopedisch of therapeutisch beslag:

    Beslag wat ervoor zorgt dat een hoefprobleem wordt ondersteund. Corrigeren gaat bij volwassend paarden nauwelijks, omdat deze dieren al te lang op een bepaalde manier lopen. Wel kan de hoefsmid ervoor zorgen dat de afwijking van de stand niet erger wordt.

    Orthopedie: De leer van de afwijking in de beweging.

    Therapie: De leer van de behandeling tot genezing.


    IJzerloos:

    Voordelen: De hoeven worden niet beschadigd door hoefnagels, de hoef heeft een betere doorbloeding dan met beslag.
    Nadelen: Helemaal aan jezelf. Mochten de omstandigheden er niet naar zijn is er altijd kans op een gevoelig/pijnlijk paard die niet gebruikt kan worden. Hoeven moeten altijd de tijd krijgen om bij te komen en zich aanpassen. Eventuele oude nagelgaten moeten de kans krijgen om uit te groeien en de hoeven moeten zeer regelmatig bekapt worden. Brokkels, scheuren en pijn als dit niet lukt. De kunst is om het paard zodanig te houden, dat de hoef sterk en compact wordt.

    Uiteindelijk...

    Uiteindelijk is het het allerbelangrijkste dat je een vakkundig Nederlands gediplomeerd hoefsmid inhuurt zodat de hoeven van je paard altijd goed behandeld worden. Met of zonder en om het even welk hoefbeslag. Wat ook erg belangrijk is, is dat het paard zeer regelmatig bekapt en/of beslagen wordt, zodat de stand van de hoeven niet steeds verandert. Het streven van elke paardeneigenaar en hoefsmid blijft toch altijd nog een onbeslagen hoef die met gemak alle ondergronden aankan!





    Hoornscheuren

    Hoornscheuren komen helaas nogal eens voor. Een hoef is geen massief geheel zoals soms nog wel eens gedacht wordt. Er zijn een aantal oorzaken en oplossingen die ik graag aan het daglicht wil stellen.

    De opbouw van hoorn.

    Zoals we weten groeit de hoefwand vanuit de kroonlederhuid. Duizenden hoornpapillen maken ter plaatse elk een hoornpijpje aan die van boven naar beneden groeit. De hoornpijpjes zitten weer aan elkaar verbonden door zogenaamd tussenhoorn. De hoornwand schuift als een klittenband- constructie af over de wandlederhuid, waar wandlederhuidplaatjes en hoornplaatjes in elkaar grijpen. Er zijn zo'n 600 plaatjes per hoef. Als je onder de hoef kijkt, zie je de witte lijn. Dit is zogenaamd 'zenig hoorn' (het is zachter hoorn dan het hoorn van de zool, steunsels en hoefwand) en houdt de hoornwand en hoornzool bijeen onderaan de hoef. De witte lijn groeit vanuit een wrong (is niet zichtbaar, maar bevindt zich op ongeveer de helft van de hoef). Op elke lederhuid (zoollederhuid, ballederhuid, straallederhuid, steunsellederhuid) groeit een hoornige opperhuid (hoornzool, hoornige ballen, hoornige straal, hoornige steunsels).

    Het tussenhoorn is vrij belangrijk, dit is de substantie die de 'onderdelen' van het hoorn bijeen houden. Je kunt je voorstellen dat, als er een verstoring in het hoorn is (uit verhouding), er een defect zou kunnen ontstaan.

    Scheuren of kloven?

    Daar zit een verschil in. Scheuren zitten altijd vertikaal en kloven horizontaal. Kloven komen vaak door een defect in de kroonrand, zoals een daar uitgebroken hoefzweer of wondje.

    Het duurt ongeveer een jaar voordat een hoef helemaal afgegroeid is, zolang blijf je de kloof ook zien want hij moet helemaal van boven naar beneden afgroeien.

    Mogelijke oorzaken van scheuren.

    Voor scheuren zijn een aantal voor de hand liggende oorzaken te noemen, maar dan moeten we eerst weten hoe een gezonde hoef er uit ziet. Een gezonde hoef is in balans. Hij is niet scheef en de wand is niet te lang. De zool en de wand zijn goed met elkaar verbonden door een gezonde, soepele witte lijn. Als je de hoef bekijkt zie je mooie, glooiende lijnen. De hoefballen zijn gezond en niet samengeknepen. Er zit een bepaalde symmetrie in een gezonde hoef, al is de buitenzijde van de hoef ietwat wijder dan de binnenzijde. Er zijn geen defecten aan de rand van de hoefwand. De straal is gezond, stevig en veerkrachtig. Het paard kan letterlijk goed uit de voeten.

    Als een van de onderdelen van de hoef niet gezond is, kan er elders een defect of disbalans optreden. Als een paardenhoef bijvoorbeeld constant scheef bekapt wordt, een verkeerde vorm heeft of verkeerd afslijt doordat de beenstand van het paard scheef is, komt er op een bepaald gedeelte van de hoef teveel druk of 'spanning'. Op die plek kan er irritatie optreden aan de kroonrand, stukken uit de wand wegbreken, een scheur ontstaan en het kan zelfs tot kreupelheid leiden.

    Denk ook aan andere hoefproblemen zoals hoefzweren, rotstraal of het slecht nagelen door de hoefsmid. Waar de hoefwand beschadigd wordt kan een holte ontstaan. Daaronder kan zich ook nog eens white line disease gaan vormen. Zodra de 'losse wand schimmel' zich genesteld heeft in de scheur, kan het van kwaad tot erger gaan.

    Verder dient het hele paard gezond te zijn en genoeg beweging te krijgen. Beweging = doorbloeding = gezonde hoefgroei! Het paard heeft ook goede voeding nodig om gezond hoorn aan te kunnen maken.

    De oplossing!

    De enige oplossing van het probleem is het wegnemen van de oorzaak en de scheur! Dit klinkt simpeler dan dat het daadwerkelijk is, maar probeer er allereerst achter te komen waardoor de hoef is gaan scheuren. Heeft het paard een afwijkende beenstand? Belast het paard door pijn elders in de hoef de hoef verkeerd? Indien een ijzer, zit het ijzer er correct onder? Komt de hoefsmid wel op tijd, zodat de wand niet te lang wordt? Heeft het paard genoeg doorbloeding in de hoeven? Is er een andere oorzaak waardoor de hoef slecht hoorn vormt?

    Vervolgens is het belangrijk om na te gaan of er geen losse wand schimmel onder of in de scheur zit. De hoefsmid moet de hoef netjes bekappen en de scheur goed uitfresen zodat er zuurstof bij kan komen. De randen dienen netjes afgrond te worden zodat er geen scherpe stukken uitsteken. Mocht de scheur erg groot zijn of op een plek zitten waar veel spanning komt te staan door het hoefmechanisme, is het in de meeste gevallen verstandig om een hoefijzer of plakbeslag aan te brengen. De plek van de scheur mag niet meedragen.

    Het ligt er een beetje aan waar de scheur zit, hoe hoog en hoe diep hij is. De behandeling van de hoefsmid wordt op die gegevens aangepast.





    White line disease

    "White Line Disease" (witte lijn ziekte) wordt in de volksmond ook wel "losse wand schimmel" genoemd. Deze benaming zegt het eigenlijk al. Door deze aandoening wordt de witte lijn weggevreten door een anaeroob micro-organisme, soms tot ernstige kreupelheid aan toe. Deze aandoening kan helemaal doorwoekeren tot aan de kroonrand, de hoef verliest hierdoor alle stevigheid.

    In dit geval gaat het om een schimmel, die ervoor zorgt dat de witte lijn ondermijnd wordt. Anaerobe micro-organismen gedijen het beste in een zuurstofarme, vochtige, broeierige omgeving. Je zou kunnen zeggen dat bacteriën en schimmels overal op zulk soort plekken aanwezig zijn, en hun kans grijpen als er een 'slachtoffer' in de buurt is. Vooral in een lekkere broeierige stal vinden ze hun intrek. Vaak is het zo, dat WLD ontstaat in een hoef waar een probleem is (geweest). Dan kan de schimmel gemakkelijk zijn kans grijpen! De soort schimmel is vergelijkbaar met de schimmel die voor kalknagels bij mensen zorgt. Het is belangrijk om deze aandoening op tijd te herkennen zodat er snel ingegrepen kan worden.

    Losse wand schimmel is te herkennen aan bruine, korrelige plekjes in de witte lijn die veel weg hebben van opgedroogde pindakaas. Als de hoefsmid met een mesje krabt over de plek, komt hij/zij heel gemakkelijk steeds dieper en is het hoorn compleet ondermijnd. De wand zelf kan wat gescheurd zijn, maar het kan ook zijn dat je er aan de buitenkant niets of weinig aan ziet. Er komt ook een bepaalde geur uit de hoeven.

    Wat was er eerder, de kip of het ei? Het komt vrij vaak voor dat er onder een scheurtje in de hoefwand witte lijn schimmel te vinden is. Maar, was het scheurtje er nou eerst en hebben de micro-organismen daarna intrek genomen, of is het scheurtje gekomen door WLD? Het is altijd belangrijk om te bedenken hoe de omstandigheden zijn, zodat de oorzaak aangepakt kan worden. Liever voorkomen dan genezen!

    De behandeling...

    Als losse wand schimmel geconstateerd is, dient de wand te worden weggenomen zodat de micro-organismen niet verder door kunnen woekeren; er komt dan zuurstof bij. Het ondermijnde hoorn wordt zorgvuldig weggefreesd. In sommige gevallen moet het hoorn best ver weggehaald worden om er goed bij te kunnen. Vervolgens wordt er een behandelplan opgesteld. Er zijn tegenwoordig verschillende middelen te verkrijgen tegen WLD. De plek dient behandeld te worden met een schimmeldoder zoals Imaverol, propolis of Clean Trax. Het is belangrijk om dit consequent te doen, zodat de schimmel geen kans meer krijgt!

    Tegenwoordig smeren veel mensen met koudgeslagen honing, dit bevat een natuurlijke schimmeldoder, het werkzame bestanddeel propolis.

    Holle wand

    Bij WLD is er sprake van een 'losse wand', maar er bestaat ook een aandoening die 'holle wand' genoemd wordt. Hierbij is de witte lijn niet ondermijnd, maar is de wand zelf in tweeen gespleten. Dit komt vaak voor bij extreem droge hoeven, of bij een doorbloedingsstoornis.

    Zoals je weet wordt het hoorn in de kroonlederhuid aangemaakt (de nagelriem). Als er daar een verstoring optreedt, is het hoorn wat vanuit de kroonlederhuid naar beneden groeit, van minder goede kwaliteit en ontstaan er zwakke plekken in de wand zelf. De wand splijt zich in tweeen, en zodra er druk op komt (het paard zet zijn gewicht erop) kan het zijn dat er scheuren en brokkels ontstaan. Denk aan je eigen nagel die zich aan het einde in tweeen splijt! Er kunnen ook gemakkelijk steentjes in de wand komen.

    De wand moet goed gevijld worden en regelmatig afgerond en verzorgd. Als het paard op ijzers staat, is het (ook als er geen probleem is altijd!) belangrijk dat er goed in de witte lijn wordt genageld, en het ijzer met voldoende garnituur (ruimte)wordt gelegd. Dit kan de wand beschermen.

    Holle wand heeft niet zoveel met WLD (losse wand) te maken, maar het wordt vaak ten onrechte door elkaar gehaald.

    Wat is het belangrijkste om te doen als de hoef behandeld is?

    - Kijk als eerste de leefomstandigheden van het paard na. Heeft het paard voldoende bewegingsvrijheid? Hoe beter het hoefmechanisme gestimuleerd wordt door beweging, hoe beter de hoefkwaliteit is en hoe minder snel je kans hebt op hoefziekten.

    - Wordt de (inloop)stal van het paard voldoende schoongehouden? Mest en urine zijn een bron van bacteriën en ondermijnen het hoorn. Verder is het strooisel belangrijk. Veel paarden die op houtkrullen staan, hebben sneller last van dit soort dingen.

    - Wordt het paard regelmatig bekapt door een goede hoefsmid? Hoe langer de hoeven worden, hoe sneller er scheurtjes ontstaan, waar weer schimmels en bacteriën onder gaan zitten. Buiten dat de standverandering van de hoef door het doorgroeien niet goed is voor de pezen, voorkom je met regelmatig bekappen veel hoefproblemen.

    Kortom: Is er een reden te bedenken dat deze aandoening deze hoeven aantast?





    Rotstraal

    'Wat is rotstraal precies? Hoe wordt het veroorzaakt?'. En vooral: 'Hoe kom ik er vanaf?'.

    Dat zijn veelgestelde vragen van paardeneigenaren. Belangrijk is vooral om te weten wat het precies is, zodat je de omstandigheden zo kunt aanpassen dat rotstraal geen of in ieder geval minder kans krijgt om toe te slaan op de stralen van je paard.

    Rotstraal is een aandoening die helaas vaak voorkomt. Bij rotstraal is de straal niet meer mooi van vorm, maar hangen er losse stukken straalhoorn aan. Verder komt er een vieze, typische lucht uit de hoeven en kun je met het uitkrabben van de straal zwarte, stinkende smurrie tegenkomen. Duidelijk is dat er een rottingsproces aan de gang is. Sommige paarden zijn hierdoor vrij gevoelig met uitkrabben of in een verder stadium zelfs gevoelig met lopen.

    Wat is rotstraal?

    Rotstraal komt vooral voor bij paarden die veelal op stal staan. Bij paarden die veel of alleen maar buiten lopen komt het veel minder voor. Dit heeft te maken met een aantal dingen:

    - De doorbloeding van de hoef
    - Hygiëne en verzorging
    - De vorm van de hoef

    Paarden die veel bewegen hebben een betere doorbloeding in de hoef. Hierdoor is de hoef gezond. Een paard dat veel op stal staat heeft veel minder doorbloeding in de hoeven, en tevens heeft urine de kans om de straal te ondermijnen (hygiëne). Echter: paarden die constant buiten in een modderwei staan hebben ook kans op rotstraal; de modder vermengt zich met mest en urine, en als de hoeven te weinig verzorging krijgen is het mogelijk dat ook deze paarden last krijgen van rotstraal.

    De hoefvorm is zoals gezegd ook van belang, maar dit heeft indirect te maken met doorbloeding. Een paard met hele smalle hoeven heeft een minder goede doorbloeding en heeft vaak ook een hele smalle straal. Deze voet lost minder snel vuil dan een wijdere hoef. Een wijdere, rondere hoef met een flinke straal lost makkelijker vuil en heeft een betere doorbloeding dan een nauwe, smalle hoef met een kleine straal.

    Dit heeft alles te maken met 'hoefmechanisme'. Elke keer als de hoef op de grond komt zet hij iets uit. De veerkrachtige straal komt aan de grond en heeft een pompwerking. Verder is de straal een ideale schokdemper. Als het paard het been vervolgens weer optilt krimpt de hoef weer wat in. Hierdoor wordt het losse vuil uit de hoef gelost. Het bloed voert voedingsstoffen aan die belangrijk zijn voor de groei en hoefkwaliteit, en voert afvalstoffen af. Zonder een goed functionerend hoefmechanisme zal de doorbloeding van de benen minder goed zijn, waardoor er weer allerlei kwalen kunnen ontstaan aan de hoeven, zoals rotstraal.

    Hoe wordt het veroorzaakt?

    Rotstraal wordt veroorzaakt door een anaeroob micro-organisme. Anaeroob wil zeggen dat het een organisme is dat alleen kan leven in een zuurstofarme omgeving. De ammoniak in urine wordt door bacteriën omgezet in salpeterzuur. Dit zuur heeft een oplossende eigenschap, en tast de straal aan.

    Een andere groep bacteriën gaat dit hoorn verteren, oftewel opeten. Dit proces wordt verrotten genoemd. De bacterie gaat lekker in de straal zitten (want hij kan alleen functioneren zonder zuurstof) en vreet zich wegen door de straal heen. Vandaar de rare flappen aan- en groeven in de straal. De vieze stinkende prut is heel simpel gezegd de ontlasting van de bacteriën! De bacterie plant zich razendsnel voort en de straal wordt ondermijnd. Dit proces herkennen we als rotstraal.

    In sommige, ernstige gevallen wordt de straal tot op het 'leven', het onderliggend straalkussen, aangetast. Soms zijn er ook diepe kloven zichtbaar aan de achterkant van de hoef, bij de hoefballen waar rotstraal onder zit.

    Hoe kom ik er vanaf?

    De hoefsmid moet alle aangetaste delen van de straal wegsnijden, soms tot op het leven, zodat er zuurstof bij de straal kan komen en de anaerobe bacterie niet verder kan gedijen.

    Dit moet op regelmatige basis gebeuren, zodat er weer mooi, nieuw, stevig straalhoorn kan aangroeien. Verder kan de straal tussentijds behandeld worden met een van de vele middeltjes tegen rotstraal.

    Er zijn veel middelen op de markt, zoals Chloortetracycline (CTC) spray, violetspray, Cavalor Dry Feet, Egyptische zalf, Hyposol (bestaat uit kopersulfaat, teer en waterstofperoxide), formaline, Hoef and Sole hardener, Hypozin, Kevin Bacon's Hoofsolution en verschillende andere middelen. Voor het behandelen kan de straal worden uitgewassen met bijvoorbeeld Badedas of Betadine-shampoo.

    Als het paard op ijzers staat, is het natuurlijk erg belangrijk dat er een goed passend, ruim beslag onder zit dat zo min mogelijk het hoefmechanisme remt.

    Straalkanker...

    Straalkanker is eigenlijk het tegenovergestelde van rotstraal, maar toch lijkt het veel op elkaar. Straalkanker is eigenlijk een auto-immuun probleem. Maar als een paard heel lang doorloopt met uit de hand gelopen rotstraal kan er een ontsteking ontstaan in de straallederhuid. In de kiemlaag wordt overmatig hoorn geproduceerd van een zeer slechte kwaliteit. Het is zacht, week hoorn en ziet er zwamachtig uit. Bij het wegsnijden van dit hoorn bloedt het overmatig.

    Het grote verschil tussen rotstraal en straalkanker is dat bij rotstraal het hoorn 'opgegeten' wordt, verdwijnt, en dat bij straalkanker het hoorn gaat woekeren, bijkomt. Straalkanker is dus te herkennen aan overmatig, agressief woekerend, zacht, stinkend hoorn. Vaak tast het ook de hoefballen aan en bloedt het snel en veel. Het paard is er vaak kreupel op. Het moet door een deskundig team van een dierenarts en een hoefsmid behandeld worden. Dit is zeer specialistisch werk.

    Tot slot...
    Wat is natuurlijk het allerbelangrijkste..? De oorzaak aanpakken van de rotstraal! Ga even voor jezelf een aantal punten na:

    - Heeft mijn paard wel voldoende bewegingsvrijheid? - Wordt de stal wel goed schoongehouden?
    - Komt de hoefsmid regelmatig?
    - Worden de hoeven goed schoongehouden?
    - Is de vochtbalans in de hoeven goed?

    Want... voorkomen is immers nog altijd beter dan genezen!





    Hoefbevangenheid

    Hoefbevangenheid is een aandoening die helaas vaak voorkomt. Er zijn verschillende oorzaken en oplossingen voor die ik aan het daglicht wil stellen. Allereerst is het belangrijk om even te kijken naar de anatomie van de paardenvoet.

    De diepe buigpees, die boven in het been vastzit aan een spier, hecht zich onderaan het hoefbeen vast. De diepe buigpees zorgt ervoor dat de ondervoet kan buigen, zoals de naam al zegt.

    De hoornwand groeit vanuit de kroonlederhuid en is gemaakt van hoornpijpjes en tussenhoorn. De aansluiting van de hoornwand aan de wandlederhuid bestaat uit hoornplaatjes en wandlederhuidplaatjes, die als klittenband in elkaar grijpen. Een goede doorbloeding is belangrijk voor de groei en de kwaliteit van de hoef. Er worden voedingsstoffen en zuurstof aangevoerd, en afvalstoffen afgevoerd.

    Bij hoefbevangenheid komt er een verstoring in de wandlederhuidplaatjes, die meerdere oorzaken kan hebben. Door een ontsteking komt er een pijnlijke zwelling die de doorbloeding verder bemoeilijkt, de kroonlederhuid wordt als het ware 'dichtgedrukt'. De wandlederhuidplaatjes sterven af bij dit proces, deze hebben dus geen houvast meer aan de hoefwand.

    Denk aan een nagel die los zit op je vinger, alleen het paard moet hier op staan. Het is dan ook een zeer pijnlijke aandoening en het gehele paard is in een zieke toestand. Het is dan ook zaak om snel actie te ondernemen.

    Hoefbeenskanteling

    De sterkste en dikste pees, de diepe buigpees, hecht zich vast onderaan het hoefbeen. Doordat deze pees zo sterk is, gaat hij aan het hoefbeen trekken. De verbinding met de hoornwand is weg, dus trekt de pees het hoefbeen naar achteren in de hoorn schoen. Dit noemen we een 'hoefbeenskanteling'. Binnen 24 uur kan een hoefbeenskanteling ontstaan. Feitelijk trekt de diepe buigpees het hoefbeen los van de hoornwand, en kantelt de hoornschoen naar voren, ipv. het hoefbeen naar achteren, maar toch wordt het zo genoemd.

    Hoefbevangenheid delen we in in drie categorieen:

    Acute bevangenheid; Bij het ontstaan van de aandoening, nog geen hoefbeenskanteling.

    Chronische bevangenheid; Sluipende bevangenheid, hoefbeenskanteling aanwezig.

    Chronische misvorming van de hoornschoen; Knolhoeven, verbrede witte lijn, spreidende hoefringen.

    Hoe herken ik hoefbevangenheid?

    Het paard is plotseling gevoelig op zijn voeten, loopt moeizaam of niet, wil geen voetjes geven en is verstijfd in het gehele lichaam. Vaak staat het paard met een gekromde rug en de achterbenen naar voren onder het lichaam geplaatst om de voorbenen te ontlasten, waar hoefbevangenheid zich het eerste in uit. De voorbenen staan gestrekt naar voren bij deze stand. Bij acute bevangenheid kan het paard wat koortsig zijn.

    Waardoor kan mijn paard hoefbevangen worden?

    Er zijn verschillende oorzaken waardoor een paard hoefbevangen kan worden. Veelal heeft direct- of indirect te maken met de spijsvertering en hormoonhuishouding van het paard. Hieronder geef ik een aantal voorbeelden.

    Spijsverteringsproblemen; Vooral koudbloeden, die van nature 's zomers veel eten en in de winter interen op hun vetvoorraad, hebben het hier in Nederland veel te 'goed'. Bij teveel koolhydraten in het lichaam worden de bacteriën die deze moeten omzetten of verteren flink gestimuleerd. Bij dit proces worden er giftige stoffen uitgescheiden die hoefbevangenheid kunnen veroorzaken.

    Tegenwoordig weten we dat er in gras fructaan (een koolhydraat welke als glucose wordt opgenomen door het spijsverteringsstelsel van het paard) wordt aangemaakt wat hoefbevangenheid kan veroorzaken (Pollitt). Bij zonnig, koud weer is het fructaangehalte in het gras heel hoog, en kan de hoeveelheid fructaan in het gras direct hoefbevangenheid in de hand werken. Bij een stelselmatig aanbod van te veel fructaan kan insulineresistentie ontstaan.

    Sommige paardenrassen hebben de neiging om snel te dik te worden. Paarden hebben vetopslagplaatsen in hun lichaam waaraan je kunt beoordelen of je paard te dik is. Deze bevinden zich in de manenkam, op de schouders en net voor de staartwortel. Bij te dikke paarden hoopt het vet zich op deze plaatsen op, voel je een laag vet over de ribben en ligt de ruggengraat in een 'geultje' in plaats van dat deze vlak is.

    Ook magere paarden kunnen hoefbevangen worden. Als een paard langdurig niets of nauwelijks te eten krijgt of in ieder geval te weinig voer aangeboden krijgt, kan bloedvervetting ontstaan waardoor het paard hoefbevangen wordt. Een paard is erop gebouwd om de gehele dag door kleine hoeveelheden ruwvoer binnen te krijgen.

    Als een te dik paard af moet vallen, doe dit dan dus niet door hem op een heel streng dieet te zetten, maar bied hem voldoende goed ruwvoer aan (geen kuilgras of gras maar hooi, desnoods geweekt) en haal de biks, snoepjes, brood, muesli, wortels, appels en andere suikerrijke voeding van zijn dieet en laat hem voldoende bewegen. Er is voer op de markt dat speciaal gemaakt is voor paarden die snel te dik zijn en/of hoefbevangen zijn (geweest).

    Vergiftiging; Een vergiftiging van het lichaam kan hoefbevangenheid in de hand werken. Dit kan gebeuren door lichaamseigen gifstoffen, zoals bijv. door het aan de nageboorte staan bij net bevallen merries en maandagsziekte (tying up), maar ook door gifstoffen die het paard van buitenaf binnen krijgt. Giftige planten, verontreinigd water, kunstmest en beschimmeld voer zijn daar voorbeelden van. Ook door bepaalde medicatie kan hoefbevangenheid veroorzaakt worden. Voorbeelden hiervan zijn cortico-stero&iml;den (remt de natuurlijke afweer van het lichaam).

    Overbelasting; Kilometers draven over het asfalt nadat het paard net beslagen is, te kort bekapt, een (te) lange rit over harde ondergrond.

    Stress; Constante spanning, wedstrijd, trailervervoer, hard heen en weer rennen langs het hek als het maatje weggaat, spierbevangenheid.

    PPID; Afwijking in de hormoonhuishouding. Een van de symptomen, naast overmatige en afwijkende vachtgroei, is hoefbevangenheid. EMS (Equine Metabolic Syndrome) is ook een afwijking in de hormoonhuishouding. Dit is een stofwisselingsziekte waarbij gifstoffen vrijkomen in het lichaam en het paard veel vetweefsel aanmaakt. Ook een hoge bloeddruk en afwijkende bloedvetwaarden worden gemeten bij deze aandoening. Deze ziekte en insulineresistente paarden gaan hand in hand.

    Wat te doen bij hoefbevangenheid? E.H.B.H.!

    Als eerste: bel de dierenarts en zet het paard op rust! De dierenarts kan passende medicatie voorschrijven waarin evt. pijnstillende, ontstekingsremmende, bloed- verdunnende middelen zitten.

    Een manier om het paard te ontlasten en de pijn te verzachten is door te koelen. Dit kan gebeuren door het been af te spuiten met koud water. Het beste kan er gedurende lange tijd gekoeld worden, dit is vaak niet haalbaar. Veel mensen besluiten daarom om het paard tijdelijk met zijn voeten in het natte zand te zetten. Daarbij moet je wel rekening houden dat je een droge, schone plek maakt waar het paard kan gaan liggen als hij wil, zodat hij zijn hoeven kan ontlasten.

    De hoefsmid kan de hoeven van de paard tijdelijk aan de achterkant omhoog zetten met een stuk tempex en ducttape, zodat de trekkracht van de diepe buigpees verminderd wordt (in een later stadium, mocht het hoefbeen toch gekanteld zijn, zorgt de smid ervoor dat het hoefbeen weer in de goede hoek ten opzichte van de bodem komt).

    Als het paard na een tijdje (meestal na een aantal dagen) aangeeft dat het weer kan lopen, kan je voorzichtig kleine stukjes met hem wandelen zodat de doorbloeding in de voet bevorderd wordt. Maar niet overbelasten!

    Ook het dieet van het paard moet onmiddellijk worden aangepast. Het paard mag niet teveel suikers en zetmeel meer binnenkrijgen, maar wel voldoende ruwvoer.

    Tegenwoordig bestaan er tal van mogelijkheden voor de hoefsmid om het paard mee te behandelen. De hoef dient goed bekapt te worden, rekening houdend met het hoefbeen wat niet meer parallel in de hoornschoen hangt. Soms moet er een speciaal beslag aan te pas komen. In het geval dat de witte lijn zo verzwakt is dat er niet meer genageld kan worden kan er een kunststof plakbeslag aangelegd worden.

    Beter is natuurlijk om hoefbevangenheid te voorkomen!

    Zorg er dus voor dat de voeding van het paard in balans is, het paard niet te veel vers gras tot zijn beschikking heeft en het paard niet overbelast wordt, en laat het paard regelmatig bekappen door een goede hoefsmid.